Hoewel de meeste wetenschappers het verloren continent Lemurië niet serieus nemen en deze zogenaamde paradijselijke beschaving afdoen als ware het een hypothetisch land, blijft het toch voor velen een merkwaardige kwestie. Antwoorden op de talloze vragen naar het eventuele bestaan van deze hoogwaardige cultuur roepen wellicht nog meer vragen op die misschien voor altijd onbeantwoord zullen blijven…
Theosofische veronderstellingen
Helena Blavatsky, de grondlegster van de theosofie, was echter zeer geïnteresseerd in de evolutieleer en dus ook in de eventuele voorhistorische beschavingen, zoals die van Hyperborea, Lemurië en Atlantis. Zij beweerde dat die continenten toch echt zouden hebben bestaan en deed daarvan verslag in haar boeken. Blavatsky plaatste het bestaan van Lemurië zo’n 9 miljoen tot 45 miljoen jaren terug in de tijd en het continent zou zich hebben bevonden in de Grote Oceaan. De beschaving zou ten onder zijn gegaan door vuur, aldus Blavatsky.
De ideale samenleving
De beschaving van Lemurië schijnt nogal geavanceerd te zijn geweest en de mensen die er leefden moeten zeer intuïtief geweest zijn. Het monotheïstische geloof lijkt reeds in deze civilisatie te zijn ontstaan. God was echter niet de zogenaamde Vader in de Hemelen, maar werd juist voorgesteld als de Goddelijke Moeder. Hierover werd een hele monotheïstische cultus georganiseerd, waarbij de nadruk gelegd werd op het zich schikken naar de Goddelijke Wil, hetgeen waarschijnlijk met zeer veel toewijding geschiedde. De bevolking van deze oercultuur zou daardoor in perfecte harmonie hebben geleefd met het Goddelijke Plan waardoor kwaliteiten als liefde, vrede en broederschap in de samenleving konden worden bereikt.