Aan de Franse cultureel antropoloog Claude Lévi-Strauss (1908-2009) heeft de wetenschap heel veel te danken. Hij was de grondlegger van de structurele antropologie, die uitgaat van een (collectieve) grondstructuur welke aan de basis ligt van de verschillende culturele verschijnselen die bestudeerd worden door cultureel antropologen. Volgens Lévi-Strauss moet de cultureel antropoloog daarom de onderliggende parallellen tussen culturen in kaart brengen, omdat juist deze overeenkomsten de universele (en vaak onbewuste) basisbehoeften van de mensheid vertegenwoordigen.
Veldwerk in de tropen
Lévi-Strauss begon zijn carrière als antropoloog in de tropen van Brazilië. Hij bestudeerde de Indiaanse culturen van het Amazonegebied en heeft zijn observaties en bevindingen opgetekend, die later in boekvorm werden gepresenteerd aan het publiek. Dit boek ‘Tristes Tropiques’ is ook in het Nederlands vertaald en is nog steeds verkrijgbaar in de boekhandel.
Primitief?
Volgens Lévi-Strauss is het bestaan van een zogenaamde primitieve cultuur gebaseerd op een archaïsche illusie. Het is louter een veroordeling. Lévi-Strauss vergelijkt iemand uit een andere (“primitieve”) cultuur met een pasgeboren kind. Beiden zijn nog onaangepast wat betreft de cultuur waarin ze zich op dat moment bevinden en allebei zijn ze uiteindelijk in staat om zich de gewoonten van die cultuur eigen te maken. Waarom de zogenaamde vreemdeling bestempelen als ‘primitief’? Het pasgeboren kind wordt toch ook niet primitief genoemd?